Als werkgever wil en moet je natuurlijk een veilige werkomgeving creëren voor je medewerkers. Het keuren van arbeidsmiddelen die gevoelig zijn voor slijtage en waarbij slijtage gevaarlijk kan zijn, is daartoe erg belangrijk. Een vastzetoog is bijvoorbeeld iets wat aan deze omschrijving voldoet en daarom ook gekeurd moet worden. Je wilt immers niet dat er een situatie ontstaat waarin zo’n vastzetoog het begeeft en er gewonden vallen of ernstige materiële schade wordt veroorzaakt doordat er iets valt. Bovendien is het keuren van arbeidsmiddelen verplicht volgens de Arbowet- en regelgeving. Deze verplichting bestaat specifiek voor arbeidsmiddelen waarbij de veiligheid afhangt van de manier van installeren. Hierbij moet er een keuring na installatie plaatsvinden. Ook geldt het voor arbeidsmiddelen waarvan het gebruik of invloeden van buitenaf kunnen leiden tot slijtage, veroudering of verslechtering. Hierbij moeten er periodieke keuringen plaatsvinden. In deze blog lees je meer over de wet- en regelgeving omtrent keuring van arbeidsmiddelen. Keuring na installatie Voordat een arbeidsmiddel voor het eerst gebruikt kan worden na de installatie, moet deze eerst gekeurd worden. Bij deze keuring wordt er gekeken of de manier van installatie goed is. Ook wordt er bij deze keuring gekeken of het arbeidsmiddel goed en veilig functioneert in de arbeidssituatie. Zodra het arbeidsmiddel wordt verplaatst en/of wordt gedemonteerd en opnieuw wordt geïnstalleerd, zal deze keuring herhaald moeten worden. Periodieke keuring Naast de keuring na installatie, moet een arbeidsmiddel ook periodiek worden gekeurd. Op die manier kan slijtage, veroudering of achteruitgang van het arbeidsmiddel tijdig ontdekt worden. Met deze periodieke keuring kan bovendien worden onderzocht of er voldoende onderhoud wordt gepleegd. Zodoende kunnen er gevaarlijke arbeidssituaties voorkomen worden. Hoe regelmatig een periodieke keuring plaats moet vinden hangt van twee verschillende factoren af: het soort arbeidsmiddel en de intensiteit van het gebruik van het arbeidsmiddel. Wie voert de keuring uit? Een werkgever mag vaak onder bepaalde voorwaarden zelf bepalen wie de keuringen uitvoert. De voorwaarden betreffen dat het een erkend deskundige persoon of instelling moet zijn. Voorbeelden hiervan zijn de technische dienst van het bedrijf dat het arbeidsmiddel heeft geleverd of een onafhankelijke keuringsinstantie. Er zijn een aantal arbeidsmiddelen die per se door een aangewezen onafhankelijke instelling moeten worden gekeurd. Dit betreffen de volgende middelen:
Keuringsrapport Nadat de keuring plaatsgevonden heeft, wordt er door degene die de keuring heeft uitgevoerd een keuringsrapport opgesteld. Dit rapport bevat schriftelijke bewijsstukken. Deze moeten altijd aanwezig zijn op de arbeidsplaats, zodat ze getoond kunnen worden als dit nodig is. Zo kan er bijvoorbeeld een toezichthouder of andere vorm van inspectie langskomen, die controleren of er aan de keuringsverplichting is voldaan. |