Wat kan je met een petticoat?

De petticoat is een kledingstuk dat vooral in de jaren 50 door vrouwen werd gedragen. De petticoat werd gebruikt als onderrok. De rok bestaat uit verschillende lagen brede klokkende stof. In eerste instantie werden de rokken altijd gemaakt van katoen, later werd dit van nylon. Door het gebruik van dit materiaal viel de rok zeer wijd uit. Tegenwoordig zien we petticoats eigenlijk alleen nog maar terug in ballroom danswedstrijden. De rok bestaat al sinds de 18de eeuw, maar hij werd pas echt bekend dankzij het modehuis Dior. Het kledingstuk is bedoeld om de vrouwelijke vorm te accentueren.

Hoe draag je een petticoat?

Een petticoat is dus een soort onderrok, het is dus ook bedoeld om te dragen onder een jurk of juist een andere rok. Het is erg belangrijk om goed te letten op de lengte van de petticoat. Als de onderrok namelijk te lang is, dan zal deze onder de bovenste laag vandaan komen. Vroeger werd een uitstekende petticoat gezien als een teken van lichte zeden. Hierdoor vonden vrouwen het belangrijk om netjes gekleed te zijn. De petticoat is een vollere rok met vaak een bepaalde kleur aan de onderrand, deze zie je wanneer je naar voren buigt.

Wat is een tutu?

Een tutu is in de basis een toneelkostuum dat bestaat uit een tule rok, met daarbij een aansluitend lijfje. De rok is eigenlijk altijd bevestigd aan de bovenkant, deze lijkt op een korset omdat het stevig om het figuur zit. Dit pakje is ontworpen in de 19e eeuw en was bedoeld voor het ballet. Het was een onderdeel van de romantische stroming, dit was een specifieke historische periode. De tutu is vooral bekend van de ballerina’s en was oorspronkelijk wit. De rok van het pakje viel in eerste instantie tot de kuiten.

Wat is de historie van de tutu?

Een tutu rokje dames bestaat dus al erg lang. Het zag er daarentegen niet altijd uit zoals het nu doet. Het ballet kostuum bestond in eerste instantie uit aangepaste hofkleding. De reden hiervoor was dat ballet zich ontwikkelde aan het Franse hof. In het begin was de kleding erg zwaar en beperkend, maar na de Franse revolutie veranderde dit sterk. Vanaf het begin van de 19e eeuw werden lichte stoffen geïntroduceerd. De kleding werd ook losser, waardoor er meer bewegingsvrijheid ontstond. Door deze extra bewegingsmogelijkheden, werd de choreografie steeds ingewikkelder. Een strakke en dunne taille bleef desondanks erg belangrijk.

Hoe zit een tutu in elkaar?

Er zijn verschillende soorten tutu’s. De traditionele tutu bestaat uit drie lagen. Namelijk een rok, een basque en een nauwsluitend lijfje. Het lijfje en de basque vormen de bovenlaag en eronder zit een onderrok. Het lijfje wordt vaak verstevigd met baleinen of een andere vorm van verticale naden. Het sluit net zoals een korset met veters of sluithaken. Er zijn drie soorten rokken, de romantische tutu, de korte klassieke tutu en de klokvormige tussenvorm. Waar de klassieke zo kort en horizontaal mogelijk is, is de romantische tutu dit niet. Deze bestaat uit drie tot vijf lagen tule en valt tot op de kuiten.